Topsport is werken aan limiterende overtuigingen
Of is het andersom?
Iemand die zijn grenzen wenst te verleggen, en een sporter is daar een mooi voorbeeld van, krijgt vroeg of laat te maken met gedachten die niet echt helpend zijn, eerder destructief.
Gedachten bepalen immers hoe je je verder voelt en gedraagt. Deze op de juiste manier inzetten is dus van cruciaal belang.
Hoe hoger de sporter zich op de ladder bevindt, hoe meer druk die ervaart naar presteren toe. De druk kan komen vanuit diens omgeving (en dan heb ik het niet enkel over de media, evengoed over de familie of de eigen entourage binnen de sport) maar ook en vooral vanuit zichzelf.
Welke druk legt die zich dan op? Mogelijk hangen er bepaalde selectienormen aan de komende wedstrijd of wil die een eigen record breken. De limiterende overtuiging daarbij kan zijn dat die denkt 'dat lukt me nooit', terwijl het op training mogelijk al verscheidene keren wél is gelukt.
'Een sporter is bereid om 'all the way' te gaan, doen wat nodig om te geraken waar die wil geraken.'
Herkenning en bewustzijn is één ding, er iets mee doen is een volgende. En daar wringt het vaak want niet iedereen weet wat die er precies mee kan doen om die mentale zaken in het eigen voordeel om te buigen. Dat vergt inzicht, methodes en vooral doorzetting. Laat nu net datgene zijn wat een (top)sporter écht wel heeft. Een sporter is bereid om 'all the way' te gaan, doen wat nodig om te geraken waar die wil geraken. Hoe hoger het niveau waarop die sport, hoe meer hij dient te werken aan zijn limiterende overtuigingen. De uitspraak 'Topsport is werken aan limiterende overtuigingen' kan je dus gerust omdraaien in 'werken aan limiterende overtuigingen is topsport'. Het vergt bewustzijn, inzicht en doorzetting. En dat geldt evengoed op de werkvloer alsook in het dagelijks leven.
Waar ga jij aan werken?
Ine